Tsjechisch
Český jazyk
Český jazyk
ongeveer 10 miljoen
De Tsjechische Republiek, EU; bruikbaar voor officiële communicatie in de Slowaakse Republiek
Oostenrijk, Duitsland, Kroatië, Slowakije
Bulgarije, Kroatië, Polen, Roemenië, Servië, het Verenigd Koninkrijk, Oekraïne, Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, VSA
De officiële naam van het land is Česká republika. Er is geen officiële korte naam.
Het land kan ingedeeld worden in verschillende historische gebieden — de kern wordt Čechy genoemd (deze naam werd voor het hele land gebruikt) Morava en (het Tsjechische deel van) Slezsko (dat geografisch en administratief een deel van Moravië is). In het kort, Čechy bestaat uit Čechy en Morava, terwijl omgekeerd Morava bestaat uit Morava en Slezsko. De toestand wordt bemoeilijkt door het adjectief český dat zowel Boheems als Tsjechisch betekent.
Bron: Wikimedia Commons
Het uiteenvallen van Tsjecho-Slowakije in 1993 liet het land achter zonder een aanvaardbare korte naam. De meest voor de hand liggende kandidaat Česko (het overgebleven deel van Československo) werd als ongewoon aangevoeld. Twintig jaar later wordt het nu vaker gebruikt, maar nog niet algemeen aanvaard.
Ook enkele talen, waaronder het Engels, hebben er geen gewone korte naam voor. De voorgestelde Engelse naam Czechia werd niet echt aanvaard. Bohemia wordt gebruikt voor het historische land en de huidige streek. Een ander voorstel was Czech lands (Tsjechische landen, naar het voorbeeld van "The Netherlands"), maar dat was nauwelijks korter, dus is de enige echt gebruikte Engelse naam nog altijd Czech Republic (Tsjechische Republiek).
Eerste schriftelijke nota's (glossen in de Latijnse manuscripten)
"Oud Tsjechisch" — eerste echte geschreven verslagen, bijvoorbeeld de kroniek van Dalimil, Alexandreis (episch riddergedicht), legenden, enz.
Stabilisatie van de spelling (digrammen)
Orthographia Bohemica van Jan Hus, systematische inleiding van diakritische tekens (op het moment niet aangenomen)
Náměšťská mluvnice — eerste gedrukte grammatica van de Tsjechische taal
Králická Bijbel (de eerste en zeer invloedrijke Bijbelvertaling)
Hoogtepunt van het standaard Tsjechisch, de ontwikkeling van wetenschappelijke literatuur en kronieken; bratrský pravopis (Broeders-spelling)
Grammaticae Bohemicae, ad leges naturalis methodi conformatae, et notis numerisque illustratae ac distinctae, libri duo — de eerste systematische grammatica van de Tsjechische taal door Vavrinec Benedikti
Het Duits wordt officieel en gelijkgesteld aan het Tsjechisch in Tsjechische landen
Geschreven literatuur alleen in ballingschap
Ausführliches Lehrgebäude der böhmischen Sprache — eerste moderne grammaticaboek van het Tsjechisch geschreven door Josef Dobrovský, begin van een enorm geschil over de spelling
Tsjechisch-Duits Woordenboek door Jungmann
Spelling voorgesteld door Pavel Josef Šafařík, sedert 1849 wordt een min of meer moderne spelling gebruikt
Het Tsjechisch wordt officieel en gelijkgesteld aan het Duits in de Tsjechische landen
Standaardisatie van de grammatica door Gebauer
Het Tsjechoslowaaks is de officiële taal van Tsjecho-Slowakije
Splitsing van Tsjecho-Slowakije, het einde van de passieve "media"-tweetaligheid van Tsjechisch en Slowaaks
Er is een interessante visuele voorstelling van háček — gewoonlijk is het een wigvorm, boven de letter geplaatst (ˇ) maar bij ď en ť wordt die anders weergegeven — het ziet het er bijna uit als een apostrof vast aan de rechterkant van de letter. Dit is slechts een visueel onderscheid, het diakritische teken is dezelfde háček. In handschrift blijft het altijd een gewone háček in alle posities. Aangezien deze letters alleen voorkomen in het Slowaaks en Tsjechisch, blijft dit onderscheid relatief onbekend in het buitenland en resulteert in verbijsterende vervangingen en verwarringen (vaak door het invoegen van nodeloze afkaptekens) door buitenlanders.
Het Tsjechisch heeft een aantal specifieke letters, zoals Ř/ř, dat is een verhoogde alveolaire niet-sonore triller [r]. Dit foneem is uniek voor de Tsjechische taal.
Er is een dialect-continuüm van Tsjechisch naar Slowaaks, met overgangsdialecten naar Pools ("po naszymu"} en Lach-dialect. De dialecten van zowel West-en Oost-Slavische talen zijn dus gekoppeld door een keten van verstaanbaarheid en zij kunnen worden beschouwd als deel van een Noord-Slavisch dialect-continuüm.
Over het algemeen worden alle Tsjechische en Slowaakse dialecten beschouwd als onderling verstaanbaar, al is de verstaanbaarheid van de Tsjechische en oostelijkste Slowaakse dialecten zeer moeilijk.
Het geval van de Tsjechische taalstratificatie is nogal specifiek — er zijn twee wijdverbreide varianten van de taal, literair Tsjechisch (spisovná čeština, SČ) en gewoon Tsjechisch (obecná čeština, OČ). SČ ontstond in de 19-de eeuw, toen de taal een fase van heropleving en groeiende invloed kende. De nieuwe literaire vorm werd sterk beïnvloed door een oudere taal uit periodes van hoog prestige en levendige literatuur. Intussen is het gesproken Tsjechisch geëvolueerd en ontstond een nieuwe intradialectische vorm —OČ.
SČ en OČ zijn onderling verstaanbaar (en Germanismen werden in OČ met succes uitgezuiverd), de belangrijkste verschillen zijn niet lexicaal, maar morfologisch, syntactisch en stilistisch.
SČ is meestal geschreven, OČ meestal gesproken, en het is aanvaardbaar (zelfs 'normaal') OČ te gebruiken in bijna alle gesproken omstandigheden, zelfs door opgeleide mensen. Sterker nog, het gebruik van SČ als een spontaan gesproken taal wordt gezien als stijf of zelfs belachelijk.
molen | wagen | grote bomen | zijn | |
---|---|---|---|---|
SČ | mlýn | vozík | velké stromy | být |
OČ | mlejn | vozejk | velký stromy | bejt |
Het Tsjechisch heeft een uitgebreide verbuiging met 7 naamvallen (nominatief, genitief, datief, accusatief, vocatief, locatief, en instrumentalis). De zelfstandige naamwoorden, voornaamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, deelwoorden en lidwoorden hebben een verschillende vorm volgens de naamval.
Enkelvoud | Meervoud | |
---|---|---|
Nominatief |
Šéf sem zanedlouho přijede.
De baas zal binnenkort komen. |
Velcí šéfové z hlavních televizních stanic měli právo oficiálně vyžadovat spolupráci, kdy chtěli.
Grote bazen hadden het recht om een officiële samenwerking te vragen telkens ze wilden. |
Genitief |
Zvedl telefon a vytočil číslo svého šéfa.
Hij beantwoordde de telefoon en tikte het nummer van de baas in. |
Mzdy městských šéfů se mohou i výrazně lišit.
Salarissen van stadsbazen kunnen aanzienlijk variëren. |
Datief |
Sekretářka Ludmila přinesla šéfovi šálek čaje s citronem.
Secretaresse Ludmilla brocht haar baas een kop thee met citroen. |
Šéfům se obchod nezdál dost zajímavý.
Bazen vonden de handel niet interessant genoeg. |
Accusatief |
Nejlépe je dotázat se hned na šéfa.
Best is om rechtstreeks de baas te vragen |
Expanze firem nutí šéfy cestovat.
De groei van het bedrijf vereist van de bazen te reizen. |
Vocatief |
Jasně, šéfe, hned tam zajdu a předvedu ho.
Zeker, baas, ik zal hem daar gaan halen. |
Pokud nevykonávají řádně svou práci, vy, šéfové, byste se jich měli zbavit.
Als ze hun werk niet goed doen, moeten julle, de bazen, jullie zich van hen ontdoen. |
Locatief |
Záleží to na šéfovi.
Het hangt van de baas af. |
Češi oceňují na šéfech především slušné a upřímné jednání.
Tsjechen waarderen bazen voor beleefde en eerlijke behandeling. |
Instrumentalis |
Se svým šéfem nebudu komunikovat přes média.
Ik zal niet communiceren met mijn baas via de media. |
Pesimismus mezi šéfy firem šíří i nepříznivý stav budoucích zakázek.
Pessimisme van de firmabazen is negatief voor toekomstige bestellingen. |
Er zijn drie of vier grammaticale geslachten in het Tsjechisch:
Het grammaticale geslacht kan meestal niet worden afgeleid van de semantische eigenschappen van het woord, het is alleen zeker dat mannelijke personen mannelijk bezield zijn (hoewel er enkele uitzonderingen zijn, zodat kníže (hertog) onzijdig is in het meervoud), en dat vrouwen vrouwelijk zijn (ook hier zijn er uitzonderingen, zo is děvče (meisje) onzijdig).
De grens tussen mannelijke bezielde en mannelijke onbezielde is enigszins vaag - enkele (mannelijke) dieren en objecten zijn bezield in het enkelvoud en onbezield in het meervoud.
Mensen zijn altijd bezield; slaneček (haring) kan zowel bezield als onbezield zijn in het meervoud (slanečci, slanečky); bacil (kiem) kan zowel bezield als onbezield zijn in het enkelvoud en meervoud, en {Sound4} (machine) is zonder uitzondering onbezield. Bezieldheid wordt soms gebruikt als semantisch onderscheid - android (android) wordt meestal bezield als het een mensachtige robot betekent, maar meestal onbezield als het een besturingssysteem is.
Het woord robot werd bedacht door Josef Čapek en gebruikt door zijn broer, schrijver Karel Čapek in zijn toneelstuk R.U.R. (Rossum's Universal Robots), gepubliceerd in 1920 in het Tsjechisch. Het woord is gebaseerd op (Slavisch en archaïsch Tsjechisch) robota (arbeid), al is het mogelijk dat Josef geïnspireerd werd door het gebruik van het woord in het Slowaaks, waar robiť (om te werken) een veel voorkomend werkwoord is.
nenávidět (haten) heeft geen ontkennende vorm. Tsjechen zijn dus duidelijk niet in staat ... niet te haten.